18 januari
Oogstrijp
Ik wilde deze avond nog even controleren hoe het stond met het waterniveau onder mijn witlof. Het was een paar dagen geleden dat ik naar mijn teeltje had omgekeken, vandaar.
Met het vocht zat het wel goed, net als met de ontwikkeling van de kroppen: ik heb ze onmiddellijk geoogst. Nog langer laten doorgroeien levert volgens mij niets op, behalve misschien een verder uitgroeiende pit. (de pit is de harde, bittere kern in de onderkant van een krop, daar zit ik niet op te wachten).
Sierlof
Ik gaf eerder aan dat ik één krop -plus wortel- in de kweekbak laat staan. Deze krop groeit verder door en het blad wordt groen, onder de invloed van licht. Ik heb dat vaker gezien, maar ik herhaal dat nu vanwege de sierwaarde die op deze manier uitgroeiend lof geeft. Ik weet ook zeker dat een creatieve bloemist in staat is met uitgroeiende lofwortels hele mooie arrangementen te maken. Misschien een onderwerp waarmee het ‘vakblad voor de Bloemisterij’ aan de slag kan gaan. Want wat kan met uitgroeiende witlofkroppen, kan ook met prei, en veel andere bladgewassen.
Pitje
Terug naar de witlofoogst. Het valt me op de eerste plaats op dat de kroppen behoorlijk glad zijn, met het blad goed tegen de krop aanliggend. Dat valt me niet tegen. Het gewicht mag er eveneens zijn: tussen de 150 en meer dan 180 gram per stuk.
Als ik al aangaf, moet de pitlengte beperkt zijn: ik heb een krop doorgesneden om te bekijken hoe de vlag er wat dat betreft bij hangt: er zit geen pit in, maar een pitje van hoogstens 3 centimeter. Ik vermoed dat ik dat voor elkaar gekregen heb door het lof relatief jong te oogsten, maar ik weet het niet zeker. Ik ben in ieder geval tevreden over het resultaat, met ruim 1 kilo witlof ‘om op te vreten’.
Dat wordt dus vervolgd.
Joost